Let op
Het tabblad
is alleen toegankelijk als u toegang hebt tot diagnostische functies.Let op
Let op
Het tabblad
is alleen toegankelijk als u toegang hebt tot diagnostische functies.U opent deze pagina door op het tabblad DiCE) die met uw VIDA-werkstation is gepaard, zijn hier eveneens opgenomen.
te klikken. Deze pagina bevat een overzicht van de auto's die op dat moment via wifi of ethernetkabel zijn verbonden met uw dealernetwerk. Auto's die zijn verbonden met een communicatietool (De pagina bestaat uit drie hoofddelen:
Een gedetailleerde beschrijving van elk deel vindt u hieronder.
In het vervolgkeuzemenu ziet u de DiCE's die met uw VIDA-werkstation zijn gepaard. Mocht automatisch uitlezen niet mogelijk zijn, dan kunt u een auto handmatig verbinden door in de vervolgkeuzelijst een beschikbare communicatietool (DiCE of ethernet) te kiezen. Na selectie van de communicatietool is de knop geactiveerd. Klik op deze knop om de auto die op de communicatietool is aangesloten uit te lezen.
Door op de knop PIE, of de communicatietool goed werkt, en of specifieke regeleenheden reageren. Zie het artikel Geavanceerde Test voor meer informatie.
te klikken, opent er een pop-up met testfuncties voor autocommunicatie. Voordat u begint met het downloaden van software kunt u hier controleren of de auto gereed is, of er connectiviteit is metWanneer in de vervolgkeuzelijst een DiCE wordt gekozen, wordt er een knop geactiveerd waarmee de DiCE-configuratietool kan worden geopend. In de configuratietool kunt u:
de firmware van de DiCE-unit controleren en updaten.
de DiCE-communicatie met VIDA testen.
een DiCE-unit verwijderen.
Zodra de communicatietool wordt losgekoppeld, wordt de auto uit de lijst verwijderd.
Steeds wanneer u het tabblad VIDA op verbonden auto's in de werkplaats. U kunt ook het pictogram gebruiken om op nieuw verbonden auto's te scannen of om de lijst te vernieuwen, bijv. wanneer een auto eerder werd losgekoppeld. Alle via LAN verbonden auto's (vaste en draadloze verbinding) in de werkplaats zullen in de lijst staan evenals auto's met de DiCE- en 'peer-to-peer'-verbindingen, die met uw VIDA-werkstation zijn verbonden. Als er op dat moment een andere VIDA-gebruiker aan een auto werkt, wordt de rij van die auto groen gemarkeerd en wordt de naam van de gebruiker getoond. Hierdoor weten andere gebruikers dat de auto op dat moment door een andere gebruiker wordt gebruikt.
opent, scantIn elke werkplaats zijn een of meerdere VIDA-werkstations toegewezen voor het automatisch uitlezen van met het LAN verbonden auto's (bedraad en draadloos). De uitleesbare informatie is beschikbaar voor alle monteurs bij een dealer (met dezelfde Partner-id). Auto's met DiCE- en 'peer-to-peer'-verbindingen zijn alleen zichtbaar op het VIDA-werkstation waarmee ze zijn verbonden.
De lijst bestaat uit de volgende kolommen:
Kolom |
Benaming |
|
---|---|---|
Klantnaam |
Door op een klantnaam te klikken worden de klantgegevens in een nieuw venster geopend. Als u toegang hebt tot een DMS, worden de klantnamen opgehaald uit het DMS. Als u toegang hebt tot de Centrale Database van Volvo, worden de klantnamen daaruit opgehaald. Als voor de auto informatie over zowel de eigenaar als de bestuurder aanwezig is, wordt de informatie over de eigenaar standaard weergegeven. Alle relaties van een klant met een auto zijn beschikbaar in het venster Centrale Database van Volvoklantgegevens. Het pictogram staat voor werkplaatsklanten in Lijst met Mijn Klanten. Dit pictogram kan worden geactiveerd of gedeactiveerd door erop te klikken, d.w.z. de klant/auto wordt aan de Mijn Klanten-lijst toegevoegd of eruit verwijderd. |
|
VIN |
VIN van de auto. Door op een VIN te klikken worden de autogegevens in een nieuw venster geopend. |
|
Model |
Model van de auto. |
|
Jaar |
Modeljaar van de auto. |
|
Kentekenplaat |
De registratie-identificatiecode van de auto. |
|
Kilometerstand |
De kilometerstand op basis van de uitgelezen gegevens van de auto. Afhankelijk van de marktconfiguratie wordt de eenheid km of mijl gebruikt. |
|
Waarschuwing |
Dit veld wordt pas ingevuld nadat een auto is uitgelezen. Bij aangesloten auto's leest het systeem automatisch de gegevens uit. Wanneer er actieve Storingscode's zijn, wordt er op basis van de uitgelezen gegevens het waarschuwingspictogram getoond. Zodra op het pictogram wordt geklikt, worden de Storingscode-gegevens in een pop-upvenster getoond. |
|
Verbinding |
Wifi-verbinding via LAN. |
|
Bedrade verbinding via LAN. |
||
DiCE-adapter via Bluetooth. |
||
|
DiCE-adapter via USB. |
|
Ethernetkabel in 'peer-to-peer'-modus. |
||
J2534-verbinding (andere autocommunicatietool dan DiCE). |
||
Uitgelezen informatie is beschikbaar (pas nadat een auto is uitgelezen). Wanneer u op het pictogram klikt, wordt de zie Auto Uitlezen in een pop-upvenster weergegeven. |
||
Aangesloten op |
Verbindingsstatus van de gekozen auto |
|
-knop |
Wanneer u op de knop klikt, begint het uitlezen van een auto en wordt voor de gekozen auto een tabblad Auto geopend. De voortgang van het uitlezen wordt op het scherm weergegeven en u gaat automatisch naar het tabblad .Als er eerder uitgelezen informatie beschikbaar is, verschijnt er een pop-up met de gegevens van de vorige keer dat de auto werd uitgelezen. U moet kiezen of u de auto opnieuw wilt uitlezen of dat u de uitgelezen informatie van de vorige keer wilt behouden. |
|
-knop |
Door op de Weergave lijstenarchief in het tabblad . -knop te klikken wordt voor de gekozen auto een tabblad Auto geopend en gaat u naar deAls er voor de auto een eerdere uitlezing beschikbaar is, zijn de pagina's , en in een offline diagnosemodus toegankelijk om de eerder uitgelezen informatie te bekijken. |
Zodra u op een rij in de lijst met verbonden auto's klikt, worden het VIN en andere parameters voor het autoprofiel automatisch in de vervolgkeuzemenu's voor Auto Fine-tunen ingevuld. Vanaf dit punt is het mogelijk het profiel verder te verfijnen voordat u de auto kiest om het tabblad te openen.
Als het decoderen van het VIN op
is ingesteld, moet de auto handmatig worden gespecificeerd.Let op
Let op
Het is niet mogelijk om het model of het jaar van auto's te wijzigen. Deze staan vast en zijn gekoppeld met het VIN.
Het is mogelijk om het autoprofiel naar het DMS te sturen door op de knop
te klikken (geldt niet voor alle DMS-systemen).Als u problemen ondervindt bij het verbinden van een auto met VIDA zijn er bepaalde acties die u kunt ondernemen om het probleem op te lossen. De acties verschillen afhankelijk van de autocommunicatiemethode die de auto die u wilt verbinden gebruikt. Lees de artikelen met uitleg over het gebruik voor instructies over het uitvoeren van deze acties. De geavanceerde test-functie (zie hoofdstuk 1) is van toepassing op beide autocommunicatiemethoden.
Zie onderstaande artikelen met uitleg over het gebruik voor het storing zoeken bij een op een VDS-protocol gebaseerde autoverbinding
Zie onderstaande artikelen met uitleg over het gebruik voor het storing zoeken bij een op een D2- of GGD-protocol gebaseerde autoverbinding:
U bent misschien ook geïnteresseerd in: