Alles samenvouwen
Alles uitvouwen
 

Autocommunicatie

Autocommunicatie is nodig voor het uitlezen van storingen, het zoeken van storingen en het downloaden van software. De methoden voor het beheren van communicatie tussen VIDA en een auto verschillen afhankelijk van het diagnoseprotocol dat de auto gebruikt.

Auto's op basis van het VDS-protocol

Auto's op basis van het VDS-protocol ondersteunen diagnose via WLAN en via ethernetkabel. Ten opzichte van eerdere communicatiemethoden zorgt dit voor snellere communicatie en een eenvoudiger verbindingsprocedure. Autocommunicatietools zoals DiCE zijn niet nodig. DiCE en J2534-apparaten worden nog steeds ondersteund, maar met deze apparaten kan de communicatie erg traag zijn.

 
Fig. 9: Mogelijkheden voor autocommunicatie voor op het VDS-protocol gebaseerde auto's

Zie de artikelen Draadloze communicatie en Communicatie via kabel voor meer informatie.

Let op

Let op

Autocommunicatiemethoden voor op het VDS-protocol gebaseerde auto's worden in fasen geïntroduceerd, beginnend met communicatie van punt tot punt via kabel. Netwerkcommunicatie via kabel en Draadloze communicatie worden later geïntroduceerd.

Op het D2- en GGD-protocol gebaseerde auto's

Voor auto's die voor storing zoeken gebruik maken van het D2- en GGD-protocol is een autocommunicatietool nodig.

 
Fig. 10: Een DiCE-autocommunicatietool, gebruikt voor op het D2- en GGD-protocol gebaseerde auto's

Zie het artikel Autocommunicatietools voor meer informatie.