Alles samenvouwen
Alles uitvouwen
 

Activeringen

Via het tabblad Activeringen kunt u componenten in de auto vanuit VIDA regelen. Met deze functie kunt u bijvoorbeeld bepaalde functies in de auto aan en uitzetten of op verschillende niveaus laten draaien voor functioneel storing zoeken. De motorkoelvloeistofventilator in een auto kan bijvoorbeeld worden ingesteld om op 33, 66 of 100 procent te draaien.

Let op

Let op

Dit tabblad is alleen geactiveerd als er voor de in het Regeleenheid-venster gekozen regeleenheid mogelijke activeringen beschikbaar zijn.

 
Fig. 211: Pagina Autocommunicatie - Activeringen

Elk deel van de pagina wordt in onderstaande subhoofdstukken toegelicht.

1. Venster Regeleenheid

In het venster Regeleenheid worden afwijkingen van de netwerkcommunicatie van de auto in een grafiek weergegeven. De grafiek geeft het netwerk van de auto weer met de status van alle regeleenheden ten tijde van de meest recente uitlezing.

 
Fig. 212: Het venster Regeleenheid
 

De kleur van de regeleenheden in de grafiek varieert afhankelijk van de status:

Kleur

Benaming

Groen

Regeleenheid reageert op communicatie.

Rood

Regeleenheid reageert niet op communicatie.

Grijs

Regeleenheid maakt geen deel uit van de autoconfiguratie (deze kan echter wel in het relevante automodel aanwezig zijn).

Door op het pictogram te klikken, krijgt u toegang tot een toelichting op de kleuren.

Door in de grafiek een regeleenheid te kiezen, worden in de lijst op het tabblad Activeringen alle beschikbare activeringsparameters voor de gekozen regeleenheid ingevuld.

2. Tabblad Activeringen

Deze lijst bevat alle beschikbare activeringsparameters voor de gekozen regeleenheid.

 
Fig. 213: Lijst met activeringsparameters op het tabblad Activeringen

In enkele gevallen is de lijst onderverdeeld in categorieën. Soms bevat de kopregel van de categorie een pictogram . Door op een dergelijk pictogram te klikken wordt op het tabblad Informatie rechts op het scherm een referentiedocument geopend.

De activeringsparameter die u in de lijst kiest, wordt op het tabblad Mogelijke Activeringen rechts op het scherm weergegeven en verwerkt. Er kan telkens slechts één activeringsparameter worden gekozen.

3. Tabblad Mogelijke Activeringen

Op dit tabblad wordt de op het tabblad Activeringen gekozen activeringsparameter in een tabel weergegeven.

 
Fig. 214: De tab Mogelijke Activeringen
 

De tabel heeft twee kolommen:

Kolom

Benaming

Parameters

Naam van de gekozen activeringsparameter.

Waarde

Waarde van de gekozen activeringsparameter. De waarden verschillen per parameter en kunnen bijvoorbeeld "12V", "Pos II", of "Aan" zijn. Als de auto voor de gekozen parameter geen informatie retourneert, wordt het pictogram weergegeven. Als dit probleem zich voordoet, dient u een foutrapport te sturen.

De activeringsactie wordt in tabel Mogelijke Activeringen weergegeven. Activering wordt in gang gezet door op knop Starten te klikken. Nadat een activering in gang is gezet, verandert de naam van knop Starten in Stoppen en kunt u de knop gebruiken om de activering te stoppen. Wanneer activering is voltooid, wordt de status weergegeven als (geslaagd) of (mislukt).

Let op

Let op

Het is niet mogelijk om een activeringsparameter te kiezen terwijl er een andere activering wordt uitgevoerd.

4. Tabblad Informatie

Door op het tabblad Activeringen op een pictogram naast een categorie met activeringsparameters te klikken, wordt het referentiedocument voor de categorie hier weergegeven. Het referentiedocument bevat beschrijvingen van de activeringsparameters.

 
Fig. 215: De tab Informatie