Alles samenvouwen
Alles uitvouwen
 

Informatie zoeken op pagina Componenten

De pagina Componenten kan worden gebruikt om in een niet-gestuurde modus te navigeren en meer te weten te komen over componenten in op het VDS-protocol gebaseerde auto's. Met de hieronder beschreven procedure ziet u dat het mogelijk is om pagina Componenten te gebruiken om informatie te zoeken voor andere doelen dan storingzoeken. De procedure beschrijft enkele unieke functies van pagina Componenten en hoe de verschillende tabbladen met referentie-informatie kunnen worden gebruikt.

Let op

Let op

Deze procedure geldt alleen voor op het VDS-protocol gebaseerde auto's.

 

Verbinding maken met de auto

  1. Begin met het verbinden van de auto waaraan moet worden gewerkt.

  2. ð

    Het tabblad Storing Zoeken wordt standaard geopend zodra de auto is verbonden en een eigen tabblad heeft gekregen.

 

Storingscodes controleren

  1. Kies Componenten in het linker menuvenster.

  2. ð

    De pagina Componenten wordt geopend.

  3. De lijst in het middelste venster is standaard ingesteld op weergave van regeleenheden. Deze lijst bevat alle regeleenheden in de auto. U kunt een regeleenheid in de lijst kiezen om alleen informatie over die specifieke regeleenheid te bekijken. Als u informatie over een andere component in de auto wilt, dus niet over een regeleenheid, kunt u knop Overige kiezen zodat de lijst andere componenten bevat.

  4. Het tabblad Storingscodes in het rechter venster bevat informatie over alle in de auto opgeslagen storingscodes. U kunt ook een regeleenheid kiezen en zo de opgeslagen Storingscode in de auto filteren. U kunt schakelen tussen Bevestigd (Storingscodes die zijn bevestigd of waarvan de bevestiging wordt uitgevoerd) en Niet bevestigd (Storingscodes die niet zijn bevestigd door de Storingscodetest in de auto).

  5. Om alle mogelijke Storingscodes die voor de auto kunnen worden opgeslagen te bekijken, kunt u een regeleenheid kiezen en vervolgens Alle storingscodes. Dit kan worden gebruikt voor referentiedoeleinden.

  6. De lijst met bevestigde Storingscodes en niet bevestigde Storingscodes is gerangschikt op basis van Storingscodegegevens en geeft de Storingscodes alleen weer vanuit het oogpunt van een regeleenheid.

  7. Kies een regeleenheid.

  8. ð

    De door de regeleenheid opgeslagen Storingscodes worden in het rechter venster bovenaan de lijst met bevestigde Storingscodes vet weergegeven. De andere Storingscodes worden niet vet weergegeven.

 

Uitleestijd kiezen

  1. Standaard toont VIDA de laatst uitgelezen Storingscodegegevens van de auto. De datum en het tijdstip van de laatste uitlezing zijn weergegeven in het vervolgkeuzemenu Bron. Als er oudere uitlezingen van de auto zijn, kan een oudere uitlezing worden gekozen om te zien wat de Storingscodestatus van de auto op dat moment was.

  2. Klik op het vervolgkeuzemenu Bron om te kijken of er eerdere uitlezingen zijn.

  3. Als er een eerdere uitlezing is, bekijkt u de Storingscodestatus voor die eerdere uitlezing door in het vervolgkeuzemenu Bron een datum te kiezen.

  4. Let op

    Let op

    Als u een uitlezing kiest die ouder is dan de meest recente uitlezing, is het vervolgkeuzemenu Bron rood gemarkeerd. Denk eraan dat dit een oude momentopname is van de status van de auto. Om de huidige status te zien moet u teruggaan naar de laatste uitlezing in het vervolgkeuzemenu Bron.

    ð

    De Storingscodes worden bijgewerkt met de Storingscodes die waren opgeslagen bij de uitlezing die op de gekozen datum is uitgevoerd.

  5. Klik op het vervolgkeuzemenu Bron om de meest recente Storingscodegegevens weer te zien.

  6. Kies de meest recente uitlezing.

  7. ð

    Nu worden de Storingscodes van de laatste uitlezing weer getoond.

 

Alle mogelijke Storingscodes tonen

  1. Kies Alle storingscodes.

  2. ð

    De lijst bevat alle mogelijke storingscodes die zich in de gekozen regeleenheid kunnen voordoen. Door op de documenttitel te klikken kunnen beschrijvingen van storingscodes worden gekozen en getoond. Deze lijst is een specifieke functie op pagina Componenten.

 

Bedradingsschema's voor een component controleren

  1. Kies een component in lijst Overige in het middelste venster.

  2. Omdat de lijst uitgebreid is, gebruikt u de filteroptie door op het pictogram te klikken.

  3. Voer in veld Naam voor de component waarnaar u op zoek bent een zoekstring in.

  4. ð

    De lijst wordt gefilterd op de ingevoerde tekst.

  5. Kies de component. Deze moet nu gemakkelijk in de gefilterde lijst te vinden zijn.

  6. Omdat we nu kijken naar componenten (niet naar regeleenheden), is de lijst Alle storingscodes leeg. Kies het tabblad Bedradingsschema's.

  7. Een component kan op veel functies zijn aangesloten, en daardoor op veel bedradingsschema's staan. Kies in het vervolgkeuzemenu Functie welke functie u wilt weergeven.

  8. ð

    Het gekozen bedradingsschema wordt weergegeven. In het bedradingsschema is de eerder gekozen component gemarkeerd.

 

Parameters uitvoeren

  1. Kies tabblad Parameters om parameters weer te geven die zijn gekoppeld aan de gekozen component.

  2. Soms zijn er geen parameters aan de gekozen component gekoppeld. Pagina Componenten bevat echter een functie waarmee willekeurig parameters vanuit verschillende regeleenheden kunnen worden gekozen en uitgevoerd. Om deze functie te tonen klikt u op knop ECU's in het middelste venster waarna de lijst met regeleenheden wordt getoond.

  3. Kies een regeleenheid.

  4. Kies op het tabblad Parameters in de lijst met parameters de parameters waarnaar uw aandacht uitgaat.

  5. U kunt ook parameters van andere regeleenheden toevoegen. Dit doet u door in de lijst met regeleenheden in het middelste venster de regeleenheid te kiezen en op [Enter] te drukken.

  6. Kies op het tabblad Parameters in de lijst met parameters de parameters voor deze andere regeleenheid waarnaar uw aandacht uitgaat.

  7. Klik op het tabblad Parameters op knop Gekozen om alle gekozen parameters uit te voeren.

  8. ð

    Hier ziet u alle gekozen parameters van de diverse regeleenheden.

  9. Klik op knop Starten om de gekozen parameters uit te voeren.