Alles samenvouwen
Alles uitvouwen
 

Activeringen

Op het tabblad Activeringen vindt u activeringen die betrekking hebben op de gekozen auto. Met activeringen kunnen bepaalde componenten in de auto worden aangestuurd. U kunt bijvoorbeeld bepaalde functies in de auto in- of uitschakelen of ten behoeve van functioneel storingzoeken op verschillende niveaus laten lopen. De motorkoelvloeistofventilator in een auto kan bijvoorbeeld worden ingesteld om op 33, 66 of 100 procent te draaien.

 
Fig. 99: De tab Activeringen

Lijst met activeringen

In deze lijst ziet u alle activeringen die van belang zijn voor de component die u in de rangordelijst hebt gekozen. Nadat een activering is gekozen, verschijnt er een beschrijving onder de lijst.

Een activering starten

Om een activering te starten kiest u een waarde in het vervolgkeuzemenu in de kolom Alternatieven en klikt u op knop Starten. Wanneer u op deze knop klikt, verandert de naam ervan in Stoppen. Nadat de activering is gestart, kunt u weer op de knop klikken om deze te stoppen.

Lijst met parameters

Mogelijk zijn er gerelateerde parameters voor de activering die kan worden gestart. In dat geval staan deze onder de lijst met activeringen onderin het venster. Om een parameter te starten vinkt u het desbetreffende selectievakje aan en klikt u op knop Starten. Er kunnen meerdere parameters gelijktijdig worden gekozen en gestart. Nadat u op deze knop hebt geklikt, verandert de naam in Stoppen. Nadat parameters zijn gestart, kunt u weer op de knop klikken om ze te stoppen.

U bent misschien ook geïnteresseerd in:

Stapsgewijze instructies voor storingzoeken (VDS)